Antwoorden leervragen
In het Skeletkwartet zijn leervragen te vinden over de volgende onderwerpen:
- Schedeldak
- Aangezichtsschedel
- Arm
- Hand
- Wervelkolom
- Been
- Voet
- Borstka
Schedeldak
- Os Frontale
- Os Occipitale
- Os Pariëtale
- Os Temporale
Vraag : Wat zijn fontanellen en wanneer sluiten ze?
Antwoord: Fontanellen zijn anatomisch kenmerken van de menselijke schedel van een baby en bestaan uit zachte vliezige openingen tussen de schedelbeenderen. De achterste fontanel sluit over het algemeen 2 tot 3 maanden na de geboorte en de voorste fontanel is over het algemeen de laatste die tussen 12-18 maanden sluit.
Aangezichtsschedel
- Mandibula
- Maxilla
- Os Nasale
- Os Zygomaticum
Vraag : Hoe komt het dat iemands gezicht niet te herkennen is in de botten van de aangezichtsschedel?
Antwoord: Hoe het aangezicht eruitziet (vorm, contouren en voorkomen) wordt slechts ten dele bepaald door de botstukken en in veel grotere mate door de spieren, vetweefsel, kraakbeen en huid.
Arm
- Scapula
- Humerus
- Ulna
- Radius
Vraag : Wat is het verschil tussen de ‘schouder’ en de ‘schoudergordel’?
Antwoord : De schouder is het (kogel)gewricht tussen os scapula en os humerus. De schoudergordel is de verbinding tussen os scapula (nog specifieker: het acromion), os clavicula en het os sternum. De schouder en schoudergordel zijn dus niet hetzelfde, maar worden wel vaak door elkaar gehaald en gebruikt.
Hand
- Ossa Metacarpi
- Os Capitatum
- Os Lunatum
- Os Scaphoïdeum
Vraag : Hoeveel botten zitten er in één hand?
Antwoord : In één hand zitten 27 botten. Van de handwortelbeenderen (carpi) zijn er 8 per hand. Van de middenhandsbeenderen (metacarpi) zijn er 5 stuks. Van de vingerkootjes (phalanges manus) zijn er 14 stuks. De hand heeft dus 8 + 5 + 14 = 27 beenderen/botten (ossa).
Wervelkolom
- Cervicale wervels
- Lumbale wervels
- Os Sacrum
- Thoracale wervels
Vraag : Hoeveel cervicale, thoracale, lumbale en sacrale wervels zijn er?
Antwoord : Normaal gesproken zijn er 7 cervicale wervels, 12 thoracale wervels, 5 lumbale wervels en 5 sacrale wervels die vergroeid zijn tot één bot – het os sacrum.
Been
- Femur
- Fibula
- Os Coxae
- Tibia
Vraag : Waar komen de namen onderste en bovenste spronggewricht vandaan?
Antwoord : Het onderste spronggewricht is de verbinding tussen talus, os naviculare en calcaneus. Het bovenste spronggewricht is de verbinding tussen talus (sprongbeen), tibia en fibula. Samen vormen het onderste en bovenste spronggewricht het enkelgewricht. De term ‘sprong’gewricht verwijst dus naar de talus, het sprongbeen, dat in beide gewrichtsdelen van de enkel zit.
Voet
- Calcaneus
- Ossa Metatarsi
- Os Cuboïdeum
- Talus
Vraag : Hoeveel ossa metatarsi heeft een gezond mens in totaal?
Antwoord : 10 stuks, 5 in elke voet.
Borstkas
- Clavicula
- Costa fluctuans
- Costa vera
- Sternum
Vraag : Wat bedoelt men als er gesproken wordt over een halsrib?
Antwoord : Een halsrib is een extra rib die aan de onderste halswervel (cervicale wervel, C7) zit