Zo daag je slimme en hoogbegaafde leerlingen in je klas uit (+2 gratis huzzels)
Verveling en frustratie bij (hoog)begaafde leerlingen
Veel intelligente en (hoog)begaafde kinderen vervelen zich regelmatig op school. Met name te makkelijke leerstof, een stap-voor-stap uitleg en de vele oefeningen kunnen ervoor zorgen dat leerlingen die de stof al lang begrepen hebben, gefrustreerd of verveeld raken. Het is van belang deze leerlingen uitdagend onderwijs te bieden.
Soms wordt voor deze groep leerlingen een aparte leerroute ontwikkeld, waarbij ze lesstof overslaan en direct moeilijkere leerstof aanbieden. Maar dat is niet altijd de oplossing. Het gevaar is namelijk dat deze groep leerlingen gaat leren vanuit een gemakstand, een soort aangeleerde luiheid. Omdat ze zich heel goed en snel kennis en vaardigheden eigen kunnen maken. Het komt de leerling als het ware ‘aanwaaien’.
Leerproblemen op lange termijn
Op de basisschool is dit ‘aanwaaien’ doorgaans geen probleem, maar gaat de leerling eenmaal naar het voorgezet onderwijs, dan beginnen de problemen vaak al zichtbaar te worden. De leerstof wordt steeds moeilijker en er is daadwerkelijk inspanning nodig om met de stof aan de slag te gaan en er iets van te leren. Maar hoe?
Het kind beseft niet alleen dat er gewerkt moet worden, maar ook dat er mogelijk fouten zullen worden gemaakt, omdat hij of zij de stof niet meteen snapt. Het resultaat is onzekerheid en spanning. Veel kinderen omzeilen deze onzekerheid en spanning door te verklaren dat deze leerstof ‘niet leuk’ is. Terwijl ze misschien eigenlijk bedoelen ‘ik vind het een beetje moeilijk’ of ‘ik kan het niet meteen, wat nu?’. En dan komt het grote probleem naar boven: de leerling heeft nooit geleerd hóe hij moet leren.
Executieve functies
Een van de oplossingen is het verder ontwikkelen van de executieve functies. Hiermee bedoelen we die hersenfuncties die van belang zijn bij het handelen en het gedrag. Bijvoorbeeld eerst nadenken en dan doen en weten wat je moet doen als je vastloopt. Dit zijn essentiële vaardigheden voor het leren leren. Andere executieve functies waar (hoog)begaafde leerlingen bij gebaat zijn, zijn:
- kunnen bepalen wat relevant is;
- rustig blijven als het anders gaat dan verwacht;
- beginnen aan wat je moet doen en niet uitstellen;
- weten wat je nodig hebt, hoe je het gaat aanpakken;
- het overzicht houden, kunnen ordenen: eerst dit, dan dat;
- kunnen wisselen van aanpak als het op die ene manier niet lukt;
- gefocust blijven op je doel, aandacht volhouden;
- weten wat belangrijk is;
- denken over denken, leren over leren, fouten kunnen corrigeren omdat je in de gaten hebt dat er iets niet klopt.
Huzzels?
Goed, de leerling moet leren leren. Maar hoe geef je dit een plek in je toch al zo volle onderwijsprogramma. De boeken Zoek het even lekker zelf uit middenbouw en Zoek het even lekker zelf uit bovenbouw helpen leerkrachten hierbij. Ze doen dit aan de hand van de Huzzel-methode. Nu horen we je denken: Huzzel? Wat is dat?Pak het de beginletters van Zoek Het Even Lekker Zelf Uit, hussel ze door elkaar en je krijgt het woord Huzzel.
Het boek bevat allerlei vragen en vooral opdrachten (Huzzels) om leerlingen zelfstandig aan de slag te laten gaan. Aan de hand van verschillende opdrachten leren ze goed plannen, op onderzoek uit te gaan en verdiepen ze zich stapsgewijs in verschillende onderwerpen.
Daag intelligente kinderen uit met huzzels
Om te komen tot een goed eindresultaat is een vast stappenplan ontwikkeld. Voordat je aan een Huzzel begint, lees je eerst de opdracht door en maak je een planning. Leerlingen beginnen met het goed doorlezen van de opdracht en het bijbehorende werkblad. Wat moet er precies gedaan worden? Vervolgens gaat de leerling bekijken wat er nodig is om met de opdracht te kunnen starten.
De derde stap is een belangrijke stap. De leerling gaat op papier de verschillende stappen beschrijven die hij gaat zetten. In de vierde stap gaat de leerling deze stappen uitwerken tot een planning en noteert wanneer hij aan de opdracht gaat werken. Als al deze stappen zijn gezet, mag de leerling beginnen met stap vijf: de daadwerkelijke uitvoering van de Huzzel.
De rol van de leerkracht
Een opdracht duurt gemiddeld drie weken. Dit betekent echter niet dat je de leerling aan het werk kunt zetten en na drie weken het resultaat kunt beoordelen. De leerkracht is een belangrijke schakel en essentieel voor een goed verloop. Denk alleen al aan de instructie en tussentijdse evaluatie.
De leerkracht stuurt en bewaakt het proces. De leerling moet geactiveerd en gestimuleerd worden, bijvoorbeeld met vragen, opmerkingen en adviezen. Huzzels worden achteraf ook samen gecontroleerd en de adviezen die aan het eind worden gegeven, moeten door de leerling weer worden meegenomen naar de volgende opdracht. Ook daar speelt de leerkracht een rol.
2 Gratis Huzzels
Ben je benieuwd naar de Huzzels? Om je kennis te laten maken met de Huzzel-methode stellen we twee Huzzels beschikbaar, een voor de middenbouw en een voor de bovenbouw:
Huzzel voor de bovenbouw
De bovenbouw Huzzel heet: Rondje oppervlakte. Deze Huzzel leert leerlingen de formule voor het berekenen van de oppervlakte van een cirkel. De Huzzel helpt de leerling het proces te overzien, laat weten welke stappen een leerling moet zetten en helpt bij het vinden van de juiste bronnen.
Huzzel voor de middenbouw
De Huzzel voor de middenbouw heet: Kruip in de huid van. Deze Huzzel daagt de leerling uit om een verhaal te maken in de stijl van een bekende schrijver, bijvoorbeeld Annie M.G. Schmidt of Roald Dahl. De Huzzel begeleid de leerling stap voor stap door het proces en helpt de leerling het proces te plannen.