Computer Articulatie Instrument

Informatie over het CAI

Doelgroep: Nederlandstalige kinderen in de leeftijd van 2-3 jaar en 4-6 jaar

Meetpretentie: fonologische en spraakmotorische ontwikkeling

Het Computer Articulatie Instrument (CAI) is het eerste genormeerde en gestandaardiseerde testinstrument om eenvoudig fonologische en spraakmotorische stoornissen bij Nederlandstalige kinderen (leeftijdsgroepen 2-3 jaar en 4-6 jaar) te diagnosticeren. 

Het CAI is onderzoekt de spraakproductie op verschillende niveaus en geeft een breed inzicht in de spraakontwikkeling van jonge kinderen. Met het CAI kun je de volgende taken afnemen en analyseren:

• Plaatjes benoemen
• Woordrepetitie 
• Nonwoordimitatie en nonwoordrepetitie
• Diadochokinese
  
  

Door de diversiteit aan subtests worden verschillende processen van de spraakontwikkeling gemeten. Hierdoor krijg je een compleet spraakprofiel, dat een systematische weergave geeft van de sterke en zwakke aspecten in de spraak van het kind. Doordat het CAI gestandaardiseerd is met normatieve data, kun je de spraakmogelijkheden van een kind vergelijken met die van leeftijdsgenootjes. 

Blijf op de hoogte

De leden van de projectgroep (onderzoekers van het Radboudumc, de Universiteit Utrecht en de Rijksuniversiteit Groningen) houden op dit blog recente onderzoeksresultaten bij.

Informatie over de afname

Wijze van afnemen: digitaal | individueel

Duur afname: bij 2-3 jarigen en bij 4-6 jarigen ca. 16-30 minuten

Afname door: logopedist, spraak-taalpatholoog of klinisch lingtuïst

Taken van het CAI

Het CAI biedt de mogelijkheid voor het afnemen van de volgende taken:

• Plaatjes benoemen: tijdens deze taak moet de cliënt per trial een op het scherm getoond plaatje benoemen. De taak bestaat uit 60 items.
• Woordrepetitie: tijdens deze taak wordt de cliënt gevraagd om de doeluiting vijf keer te herhalen. De taak bestaat uit 5 items.
• Nonwoordrepetitie en nonwoordimitatie: deze taak bestaat uit twee delen. Tijdens het eerste deel (Nonwoordimitatie) moet de cliënt per trial een nonwoord nazeggen. Deze taak bestaat voor kinderen van 2 en 3 jaar uit 80 woorden en voor kinderen van 4 tot en met 6 jaar uit 33 woorden. Bij de laatste vijf nonwoorden (deel 2, Nonwoordrepetitie) moet de cliënt per trial een nonwoord vijfmaal nazeggen. Deze worden ingeleid met een door de computer uitgesproken verbale instructie. De twee delen van de taak worden achter elkaar weergegeven zonder pauze. In beide delen wordt voor elke doeluiting een foto van een uniek fantasiekleipoppetje op het scherm gepresenteerd.
• Diadochokinese: deze taak is genormeerd vanaf 3;0 jaar. Tijdens deze taak moet de cliënt per trial syllabereeksen nazeggen. Dit wordt ingeleid met een door de computer uitgesproken verbale instructie. De taak bestaat uit 6 trials. Elke trial bestaat uit 4 subtrials (normaal, meer syllabes, sneller, en nog sneller).

Informatie over het scoren en normeren

Scoring en analyse door: logopedisten

Duur scoring, transcriptie en analyse: vanaf ca. 30 min

Voor de taak Plaatjes benoemen en Nonwoordimitatie dien je per item de uiting van de cliënt te transcriberen. Een uitgebreid transcriptieprotocol is in de gebruikershandleiding te vinden. 

Voor de taken Woordrepetitie en Nonwoordrepetitie dien je per item de consistentie in de woordherhalingen te bepalen.

Voor Diadochokinese dien je per item de syllabes per seconde te bepalen. Een analyseprotocol is in de gebruikershandleiding te vinden. 

Voor het analyseren van de onderzoeksresultaten is krediet vereist. Via de zogenoemde ‘kredietdongle’ (beveiligde usb-stick) betaalt u € 7,00 per analyse per cliënt. De analyse levert een rapport op met ruwe scores en de genormeerde testuitslagen. Bekijk een onderzoeksrapport.

Informatie over de rapportage

Interpretatie rapport: logopedisten

Het uitvoeren van een analyse resulteert in een onderzoeksrapport met ruwe scores en de genormeerde testuitslagen. Dit geeft de resultaten van alle afgenomen taken. Bekijk een voorbeeldrapport.

De rapportage geeft de ruwe scores en genormeerde scores van een breed scala aan parameters per taak, maar geeft geen interpreterende conclusie in de vorm van een spraakdiagnose.

Op basis van de genormeerde scores kun je vaststellen of de betreffende spraakvaardigheden leeftijdsadequaat zijn, en zo niet, in welke mate deze afwijken van de norm. Voor de uiteindelijk spraakdiagnose is meer informatie nodig, zoals de onderzoeksvraagstelling, de anamnestische gegevens, en contextfactoren zoals de school die de cliënt bezoekt en eventuele tweetaligheid.

Om niet de suggestie te wekken dat het CAI meer is dan een hulpmiddel voor onderzoek (zoals dat geldt voor alle logopedische tests), heeft het rapport niet de vorm van een mooi opgemaakte PDF, maar bestaat het rapport uit ‘platte’ tekst. Hierdoor kun je de gegevens gemakkelijk in een onderzoeksverslag opnemen, eventueel als bijlage.

Op deze pagina vind je downloads met betrekking tot het CAI.

Op deze pagina je de veelgestelde vragen over het Computer Articulatie Instrument.

Algemeen

Afname

Rapportage

Materiaal