Jongens presteren minder goed dan meisjes in het VO
Jongens op lager onderwijsniveau dan voorspeld door Cito-eindtoets
Meer dan 24 procent van de jongens volgt na drie jaar voortgezet onderwijs een lager onderwijsniveau dan werd voorspeld door de Cito-eindtoetsscore. Vooral jongens met laagopgeleide ouders gaan vaker naar een lager onderwijsniveau. Bij meisjes is het omgekeerd: dertig procent van de meisjes volgt na drie jaar een hoger onderwijstype dan op basis van de Cito-eindtoetsscore verwacht werd. Leerlingen met hoogopgeleide ouders gaan het minst vaak naar een lager onderwijstype.
Op korte termijn Cito-eindtoets en de NIO even goede voorspellers
De NIO is een intelligentietest voor onderwijsniveau. Dat wil zeggen dat de NIO op basis van de geteste intelligentie de leerling advies geeft over het passende niveau van VO. Uit onderzoek naar de voorspellende waarde van de Cito-eindtoets blijkt dat de NIO en Cito-eindtoets op korte termijn ongeveer even goed scoren: een leerling die op basis van de Cito-eindtoets of de NIO een VWO-advies heeft gekregen, zit gemiddeld in de eerste twee klassen van het VO nog steeds op dit niveau.
De NIO: voor een duurzaam schooladvies
Op langere termijn is er echter een verschil tussen de NIO en de Cito-eindtoets: de NIO voorspelt beter. De meeste leerlingen die het advies van de NIO hebben gekregen, zitten in klas 4, 5 of 6 van het VO nog steeds op het geadviseerde niveau. Een leerling die op basis van de CITO-eindtoets HAVO-advies heeft gekregen, heeft daarentegen een grote kans om na het derde of vierde jaar overgeplaatst te worden naar VMBO-TL, omdat hij te hoog is geadviseerd. De NIO geeft dus een extra fundering voor een duurzaam schooladvies.
Bent u benieuwd geworden? Lees meer over de NIO en bekijk de video 'NIO: een gedegen onderbouwing van het schooladvies' >>