Geheugen en amnesie
Het geheugenproces
Geheugen kan worden gemodelleerd volgens het bekende Atkinson & Shiffrin model. Dit model verdeelt het geheugen in sensorische registers, kortetermijngeheugen (KTG) en langetermijngeheugen (LTG). Sensorische informatie wordt eerst vastgehouden in de sensorische registers, waarna het kort in het KTG verblijft en vervolgens wordt doorgegeven aan het LTG voor langdurige opslag. Informatie kan later uit het LTG worden teruggehaald naar het KTG voor gebruik.
Kortetermijngeheugen
Het kortetermijngeheugen, ook wel werkgeheugen genoemd, dient niet alleen voor het tijdelijke opslaan van informatie maar ook voor het actief bewerken ervan. Het werkgeheugen speelt een cruciale rol in cognitieve taken zoals redeneren, leren en begrijpen.
Expliciet geheugen
Het expliciete geheugen omvat episodisch geheugen voor gebeurtenissen, semantisch geheugen voor feiten, en prospectief geheugen voor intenties. Elk van deze aspecten kan afzonderlijk worden getest om verschillende geheugenstoornissen te diagnosticeren.
Impliciet geheugen
Het impliciete geheugen, ook wel non-declaratief geheugen genoemd, omvat verschillende vormen van informatieopslag zoals procedureel geheugen, priming en conditionering. Dit type geheugen wordt niet bewust herinnerd maar manifesteert zich in gedrag en vaardigheden, zoals fietsen of typen.
Amnestisch syndroom
Een amnestisch syndroom is een stoornis van het expliciete geheugen, waarbij de hersenen niet in staat zijn om nieuwe stabiele geheugensporen te vormen. Dit proces vereist de overdracht van informatie van het korte- naar het langetermijngeheugen, een taak die wordt gecoördineerd door het limbisch systeem en de hippocampus. Laesies in het limbisch systeem kunnen leiden tot een combinatie van anterograde en retrograde amnesie.
Anterograde en retrograde amnesie
Anterograde amnesie is het onvermogen om nieuwe feiten en gebeurtenissen te onthouden, veroorzaakt door het falen in het vormen van nieuwe engrammen. Retrograde amnesie is het verlies van herinneringen aan gebeurtenissen die plaatsvonden vóór het begin van de ziekte, vaak gekenmerkt door een temporele gradiënt waarbij oudere herinneringen beter zijn geconsolideerd dan recentere.
Confabulaties
Confabulaties zijn verzonnen, vaak bizarre verhalen over de eigen levensloop, die voorkomen bij amnestici met beschadigingen aan de frontale kwabben. Deze verhalen ontstaan door een combinatie van geheugenzwakte en een gestoord metageheugen, wat leidt tot moeilijkheden in het onderscheiden van echte en gefantaseerde gebeurtenissen.
Amnesie in het dagelijks leven
Amnesie heeft een grote impact op het dagelijks functioneren, zowel thuis als in sociale situaties. Patiënten kunnen vergeten te eten, zich te wassen of huishoudelijke taken uit te voeren. Vaardigheden die complexere feitenkennis vereisen, zoals koken of rekeningen betalen, worden vaak aangetast. Sociale isolatie kan ontstaan doordat patiënten moeite hebben om namen te onthouden, gesprekken te volgen en afspraken na te komen.
Oorzaken van amnesie
-
Syndroom van Korsakov: Het syndroom van Korsakov, vaak veroorzaakt door chronisch alcoholisme en vitamine B1-tekort, gaat gepaard met confabulaties en andere frontale verschijnselen. Patiënten vertonen ernstige anterograde en retrograde amnesie.
-
Ziekte van Alzheimer: Bij de ziekte van Alzheimer is geheugenverlies vaak een van de eerste symptomen. De aandoening begint met anterograde amnesie en evolueert naar ernstige retrograde amnesie naarmate de ziekte voortschrijdt. De progressieve degeneratie van de hippocampus en andere hersengebieden leidt tot een geleidelijk verlies van oude herinneringen.
-
Hersentrauma: Traumatisch hersenletsel kan leiden tot zowel anterograde als retrograde amnesie. De retrograde amnesie krimpt vaak naarmate de patiënt herstelt, hoewel er een permanent geheugenverlies kan blijven voor de periode rondom het trauma.
Geheugenstoornissen bij ouderen
Bij het ouder worden gaan veel cognitieve functies achteruit, waarbij geheugenverlies een prominente rol speelt. Het impliciete geheugen blijft vaak beter intact dan het expliciete geheugen. Problemen doen zich voornamelijk voor bij het actief opslaan en terughalen van informatie.
Behandeling van geheugenstoornissen
- Medicatie: Medicatie kan enigszins helpen bij het verlichten van geheugenstoornissen, vooral bij ziekten zoals Alzheimer. Deze medicijnen compenseren vaak voor tekorten aan neurotransmitters zoals acetylcholine.
- Functietraining en compensatietechnieken: Geheugenfunctietraining en het gebruik van geheugenstrategieën, zoals mnemonische technieken en de locimethode, kunnen helpen bij het ondersteunen van de geheugenfunctie. Externe compensatie, zoals het gebruik van agenda’s, notitieblaadjes en technische hulpmiddelen, kan ook nuttig zijn. Aanpassingen in de omgeving en ondersteuning door familieleden kunnen verdere hulp bieden.
Dit artikel is gebaseerd op hoofdstuk 5 ‘Geheugen en amnesie’ uit Gedragsneurologie voor paramedici. Dit boek beschrijft op heldere wijze de oorzaken en symptomen van hogere hersenfunctiestoornissen. Het is geschikt voor iedereen die het voortgezet onderwijs heeft doorlopen, met of zonder biologie in het examenpakket. De tekst wordt extra toegankelijk gemaakt door de vele trefzekere illustraties en praktische voorbeelden. In ieder hoofdstuk wordt een paragraaf gewijd aan de gevolgen van de stoornis voor het dagelijks leven van de patiënt (in ICF-termen: het activiteiten- en participatieniveau).