Militaire geschiedenis
Bij militaire geschiedenis denkt men al snel aan spectaculaire zeeslagen en grandioze overwinningen. Militair historici bestudeerden tot voor kort met name militaire tactieken en strategieën, maar deze focus is halverwege de twintigste eeuw verschoven. Tegenwoordig onderzoekt de militair historicus ook andere facetten van de gewapende strijd.
Naast oorlog, oorlogshelden en strategieën wordt tegenwoordig ook aandacht geschonken aan de organisatie van de krijgsmacht en het leven en de ervaring van de gewone soldaat. Militaire geschiedenis is daarmee veel breder geworden dan alleen het bestuderen van militaire tactieken en strategieën.
Nederlands Instituut voor Militaire Historie
De laatste jaren is de aandacht voor militaire historie in de samenleving gegroeid. Boom uitgevers Amsterdam probeert hieraan bij te dragen en doet dit mede dankzij een vruchtbare samenwerking met het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH). Het NIMH is een gespecialiseerd kennis- en onderzoekscentrum op het gebied van de Nederlandse militaire geschiedenis. Het instituut is een onderdeel van de Nederlandse Defensie Academie en houdt zich bezig met de geschiedenis van de Nederlandse strijdkrachten in de periode van de Tachtigjarige Oorlog tot nu. Lees meer over het NIMH en bekijk alle uitgegeven boeken in samenwerking met het NIMH.
Verzwegen oorlogsjaren
Nederlandse militairen in Duitse krijgsgevangenschap 1940‐1945
Oorlogsmisdaden onder de loep
Binnen het vakgebied is ook steeds meer aandacht voor misstanden en oorlogsmisdaden. Er wordt langzaam gebroken met het beeld van de altijd ‘schone’ oorlog. Goede voorbeelden hiervan zijn de publicatie van het Srebrenica-rapport in 2002, dat leidde tot de val van het eerste kabinet-Kok en het baanbrekende onderzoek van Rémy Limpach, naar de oorlogsmisdaden in Indonesië.
De brandende kampongs van Generaal Spoor
Het leven van de gewone soldaat: Waterloo
Het boek Waterloo van Jurriën de Jong, Ben Schoenmaker en Jeroen van Zanten is daar een mooi voorbeeld van. Waterloo 200 jaar strijd behandelt de befaamde slag bij Waterloo en doet dat op een frisse en nieuwe manier. Dit boek put uit egodocumenten van soldaten en ooggetuigen en stapt af van een nationalistische benadering van de gebeurtenis. In het boek schrijven de auteurs over een gezamenlijke overwinning van de betrokken machten en hebben zij het bijvoorbeeld niet over een uitgesproken Britse overwinning bij Waterloo. Een dergelijke genuanceerde aanpak binnen de militair-historische geschiedschrijving is steeds gebruikelijker.