'De betekenis van het leven geef je zelf.' Interview met Erik Pool
Op de dag dat ik Erik Pool interview is hij jarig. Net als zijn vrouw Ria Pool Meeuwsen, met wie hij samen vijf jaar geleden La Scuola, academie voor de levenskunst oprichtte. Ze vieren het met een dagje Amsterdam, ze zijn zojuist naar het Van Goghmuseum geweest. ‘Van Gogh schildert die boerenkoppen alsof het de aarde zelf is. Je vraagt je af: is het denkende leven zoveel beter dan werken op het land?’
Vorige maand kwam zijn boek Aanwijzingen voor het goede leven, over levenskunst en de zoektocht naar zin uit. Het is een boek waarin theoretische filosofie, praktische filosofie, persoonlijke visie en tijdsportretten elkaar afwisselen. Een boek dat wil laten zien hoe levenskunst in deze tijd van verwarring een oplossing kan bieden. Grote verhalen en religies zijn ontmanteld. Ouders en dominees hebben niet meer gelijk. Alles is inspiratie geworden, dwingende richtlijnen zijn verdwenen. Pool legt in dit boek uit hoe daar mee te leven. ‘De grootste uitdaging van deze tijd is te leren leven met vragen in plaats van antwoorden. Je bent het aan jezelf verplicht om te vragen: doe ik er toe?’
Tijdens het lezen van uw boek moest ik plots denken aan de Bijbel − ondanks de mededeling dat u niets voorschrijft.
‘Jeetje zeg. Nou, ik hoop dat het niet zo gelezen wordt. Het is niet bedoeld om antwoorden in te vinden. Ik stel vragen over vijf belangrijke thema’s: wat is voor jou het goede leven, hoe ga je om met gewone dingen, hoe vrij ben je, werk je aan de ontwikkeling van jezelf en hoe staat het met de zorg voor jezelf? Ik heb inderdaad geprobeerd een patroon neer te zetten dat voor mij allesomvattend is. Maar dat zou voor een lezer anders kunnen zijn. Daar draait het nou juist om, dat je zelf uitvindt hoe jouw leven goed in vorm kan komen.’
Maar er zit wel een zekere moralistische scheiding in verwerkt van goed en kwaad. Wie zichzelf aandachtig onderzoekt, wie aan zelfzorg doet, doet goed. Wie dit niet doet, tja…
‘Daar leg je de vinger op de zere plek. Dat is zeker een lastig element in de levenskunst. Je ontkomt er niet aan om je eigen opvatting op te schrijven, en daar zit al direct een bepaald standpunt in verwerkt. Zo denk ik dat het voor de mens plezierig is om aandacht te geven aan een paar thema’s. Maar ik hoop natuurlijk niet dat lezers het boek uit hun hoofd gaan leren; het is geen zelfhulpboek. Ieder kan voor zich deze aanwijzingen gebruiken om zichzelf vragen te leren stellen of te ontdekken hoe hij of zij meer voor zichzelf zou kunnen zorgen.’
Zou die scheiding van wel of niet voor zichzelf zorgen een nieuwe maatschappelijke verdeling kunnen betekenen?
‘Dat is goed mogelijk. Dit boek zal bijvoorbeeld terechtkomen in mijn eigen sociale klasse. Dat is niet anders. De groep die non-fictie leest is nou eenmaal niet zo groot. Maar dit boek doet wel een appèl op iedereen om verder te kijken. Is het niet zo dat iedereen zichzelf af en toe levensvragen stelt? Het begint al met de bekende vraag op een verjaardagsfeest: Hoe gaat het met je? Ik zie het bijvoorbeeld bij mijn moeder en haar vriendinnen. Ze zijn oprecht geïnteresseerd in elkaar. En toch gaan we nog te vaak aan die oprechte aandacht voorbij. We nemen de tijd niet meer om bij onszelf en elkaar stil te staan. Dit boek pleit voor een nieuw soort aandacht. Dat beperkt zich niet tot een bepaalde groep. Ik gun het iedereen.’
Waarom heeft u gekozen voor de filosofische benadering van het zelfonderzoek, in plaats van bijvoorbeeld een spirituele?
‘Van jongs af aan ben ik met schrijven bezig geweest. Als journalist, beleidsmaker, tekstschrijver, essayist en schrijver. Ik heb een grote liefde voor taal. Ik stel vragen, ben nieuwsgierig en onderzoekend. Taal helpt mij om mezelf te begrijpen en contact te leggen. Misschien zit dat talige meer in de filosofie dan in het spirituele, waar eerder de stilte wordt opgezocht.
Jouw ‘waarom’-vraag is eigenlijk psychologisch. Alsof er iets in mijn karakter zit dat bij de filosofie past. Of dat zo is, weet ik niet, daar heb ik geen antwoord op. Ik ben een denker. In het denken zie ik kracht. Is dat het? Je kunt misschien beter kijken naar verklaringen. Zoals het feit dat ik in de westerse cultuur ben geboren: dit boek is drager van die cultuur. Maar ook toeval speelt een rol. Zo kwam de filosofie van de levenskunst toevallig in mijn leven, via een gekregen boek van Joep Dohmen.’
Nu u het over denken heeft: de emotie wordt pas aan het einde behandeld. Welke rol spelen gevoelens en emoties in de levenskunst?
‘Mijn docent Miriam van Reijen vertelde me eens: sommige mensen noemen zichzelf gevoelsmensen. ‘Maar dat klopt niet’, zei ze, ‘ze denken juist teveel’. Emoties maak je met je verstand. Voelen en denken gaan samen. Emoties zitten vol met gedachten die betekenis geven aan wat het lichaam ervaart − het is wat je in beweging zet. Om die signalen van het lichaam te begrijpen, heb je verstand nodig. Wie veel voelt, denkt voortdurend – en wie goed wil denken, moet beter leren voelen.’
Kan een mens zijn of haar gevoelens controleren?
‘Ja, dat vermogen noem ik vrijheid. Het is de kunst om de ruimte in je denken te blijven zien; je kunt kiezen hoe je reageert op de wereld. Het is een keuze om je gevoelens onder controle te willen krijgen. Vrijheid is in die zin bijna hetzelfde als geluk. Die ultieme momenten dat je voelt dat het lukt, dat er een keuze is en dat je die kans om te kiezen ook grijpt.
De paradox van vrijheid is dat je er keuzes voor moet maken. Je kunt beslissen geen keuzes te willen maken − dan overkomt het leven je in voortdurende onvrijheid − maar dan is dát alsnog een keuze vooraf. De vraag is dus waar je voor kiest.’
U bent heel optimistisch over de zin van het leven. Over betekenis geven.
Pool veert overeind in zijn stoel. ‘Ja, ik geloof dat je zelf zin kunt maken. Dat is toch positief? Het is afhankelijk van je eigen inspanning. Zin maken doe je door verbanden te leggen. Ik verbind zelf ook gebeurtenissen. In mijn woord vooraf schrijf ik bijvoorbeeld dat ik tijdens een verblijf in ons vaste vakantiedorp te horen kreeg dat mijn vader was overleden. Voor mij heeft het betekenis dat ik precies op die fijne plek het slechte nieuws hoorde. Dat geeft diepte aan mijn leven. Betekenis geven is de creatieve scheppingskracht van de mens.
Ik geloof dat relaties het leven zinnig maken. In ontmoetingen ontstaan wezenlijke levensvragen. Nu wij hier samen zitten, geven we betekenis aan elkaars leven. En ja, het is weleens eng en lastig dat de zingevingstaak en de verantwoordelijkheid bij jezelf liggen. Maar misschien wordt het juist pas spannend in het leven als je beseft waarvan je eigenaar bent en welke mogelijkheden dit geeft. Juist wat je moeilijk vindt kan een aanwijzing voor het goede leven bevatten.’
Wie bepaalt dan of de zin van je leven goed genoeg is?
‘Alleen jijzelf kunt dat doen. Maar dit kun je alleen goed doen omdat je met anderen leeft. De zin van míjn leven heeft altijd iets te maken met de zin van sámen leven.’
Hoe doe je dat dan?
‘Door aan zelfzorg te doen. Door het overtollige materiaal, wat er niet toe doet, weg te halen − bepaalde gedachtes, handelingen, emoties: waar gaat het nou écht om? Zelfzorg gaat over aandacht hebben voor wie je bent en wat je wilt, voor je relaties en wat zij verlangen, voor je gevoelens en wat je van waarde vindt, voor je sterfelijkheid en je vaardigheden om juist en gepast te handelen.’
Wat is de functie van de overheid als burgers zelf bepalen wat goed leven is?
‘Aan die maatschappelijke kant heb ik nog weinig gedaan in dit boek. Misschien wordt dat onderdeel van een volgend boek. Ik doe wat ik kan, maar kan ik de wereld echt redden? Ik wil me meer richten op kwalitatieve resultaten dan kwantitatieve: als ik één trouwe lezer heb, is dat voldoende.’
Echt?
Pool begint te lachen. ‘Nou ja, meer is natuurlijk leuker. Maar ik vraag mezelf wel eens af: wat is dat toch, willen schrijven en lezers willen hebben? Ik denk dat het zendingsdrang is. De wereld iets willen vertellen.’
Erik Pool (1961) is schrijver, verandermanager bij de rijksoverheid en filosofisch practicus bij WerkmetLef. Met zijn vrouw richtte hij La Scuola | Academie voor levenskunst op. Radio 1 typeerde hem als een denker ‘die vindt dat we meer en grondiger met elkaar moeten praten over de grote vragen van het leven’. In het najaar van 2014 verscheen zijn boek Aanwijzingen voor het goede leven.