Encyclopedie van de misvattingen
De Rijn komt bij Lobith ons land binnen
Een van de aardigste misvattingen in het boek blijft toch ‘De Rijn komt bij Lobith ons land binnen’. Er zit alles in wat een misvatting tot een goede misvatting maakt – iedereen (die de encyclopedie nog niet heeft gelezen) denkt dat het klopt, een enkele blik op de kaart volstaat om hem te weerleggen, en er zijn nog wat aardige details te melden ook.
Om bij het begin te beginnen: de Rijn komt niet bij Lobith ons land binnen maar bij Spijk. Spijk is weliswaar veel kleiner dan Lobith, maar het is bepaald niet onooglijk. In het midden van de negentiende eeuw was er flink wat steenindustrie, tegenwoordig heeft het zeshonderd inwoners. Lobith ligt niet eens aan de Rijn.
Waardoor is deze misvatting dan zo algemeen? Omdat we het allemaal zo op school geleerd hebben, en we gewoon aannamen dat wat ons verteld wordt, ook wel zal kloppen. Daarna is het ondoenlijk om alle feiten die in ons hoofd gezet zijn, te controleren op hun waarheidsgehalte – zo ontstaat het stof mest dat ‘parate kennis’ wordt genoemd.
De misvatting lijkt ook wel te traceren te zijn, al is dat altijd lastig. De prozaïsche verklaring is dat Spijk vroeger deel uitmaakte van de gemeente Lobith, en dat daardoor de verwarring is ontstaan. Aan de andere kant, dat is al sinds de zeventiende eeuw niet meer zo, dus dan is de misvatting wel erg hardnekkig. Of is het misschien de schuld van de dienst Rijkswaterstaat, die volhardt in het doorgeven van de waterstanden bij Lobith?
Lobith lag vroeger, tot in de zeventiende eeuw, wel degelijk aan de Rijn – er was een tolstation gevestigd (W. Jappe Alberts: Het Rijnverkeer bij Lobith anno 1306, Zutphen: Walburgpers 1986). In het landschap is de oude loop nog wel te herkennen. In het begin van de zeventiende eeuw werden in het kader van afwatering, inpoldering en defensie flinke stukken afgestoken.
De misvatting is mijzelf ook om twee redenen dierbaar.
Omdat het vrij moeilijk is te geloven dat iets wat je altijd als vanzelfsprekend voor waar hebt aangenomen, opeens zo onweerlegbaar niet blijkt te kloppen, zijn we een keer met het hele gezin, toen we toch in de buurt waren, naar Spijk getogen. Het bleek te kloppen – al dachten de kinderen hier een machtige rivier te zien binnenstromen. In feite keken wij dus naar het kanaal de Boven-Rijn.
Ten tweede is dit de misvatting die mij deed besluiten de Encyclopedie van misvattingen te gaan schrijven. Ik had al een paar van dergelijke boeken in het Engels (met name de Dictionary of misinformation van de niet zo lang geleden overleden Tom Burnam) en het Frans (de Encyclopédie des idées reçues van Claude Vallette) verslonden, maar ik vond dat ik nog te weinig echt Nederlandse misvattingen had om een origineel werkje te rechtvaardigen. Ik had er al wel een stuk of tien, maar toen zelfs de Rijn niet meer bij Lobith ons land bleek binnen te komen, was het project onweerstaanbaar en begon ik mijn serie in de wetenschapsbijlage van Het Parool. Inmiddels is het bijna een levenswerk geworden: de eerste druk uit 1990, nog Kleine encyclopedie van misvattingen geheten, telde 176 pagina’s, inmiddels zitten we op 340. En ik blijf nog steeds nieuwe dingen tegenkomen...
Nog een laatste detail: bij Spijk komt slechts de helft van de Rijn ons land binnen: de oever aan de overkant is nog Duits. Pas bij Millingen, zo’n acht kilometer stroomafwaarts, is de Rijn helemaal van ons.
Voor meer misvattingen, zie http://www.misvattingen.nl/