Bekijk ons hele aanbod
Onderwijs
Gezondheidszorg
Juridisch
Management
Geschiedenis & Filosofie
Op dit vijfde Jaarsymposium gaan we de belangrijkste begrippen bespreken die de stoornissen in de vorm en de inhoud van ons denken beschrijven. Onder het duale voorzitterschap van dr. Désirée Oosterbaan en dr. Joeri Tijdink en met de input van em.prof.dr. Michiel W. Hengeveld, hoofdauteur van het Handboek psychiatrisch onderzoek, is deze leerzame dag samengesteld waarin diverse experts aan het woord komen over de verschillende aspecten van de stoornissen in het denken.
Wat zijn eigenlijk ernstige psychiatrische aandoeningen (EPA’s)? Een ding is duidelijk: als er sprake is van gedachtevlucht, alogie, cryptolalie, tangentialiteit, dereïstisch denken, gedachte-uitbreiding, ongebruikelijke pareidolie of een negatiewaan, dan is moet er gedacht moet worden aan een EPA, en wel een psychotische stoornis. De clinicus moet deze bijzonderheden in de vorm en inhoud van het denken (her)kennen, wil zij haar patiënt goed kunnen diagnosticeren en behandelen.
Het vaststellen en correct omschrijven van de psychische klachten en verschijnselen van je patiënten is en blijft de kerncompetentie van ons beroep. Dergelijke descriptieve psychopathologie is immers noodzakelijk om alle psychiatrische kenmerken van je patiënten te onderzoeken. Om die reden nemen we telkens in een jaarsymposium een deel van het status-mentalisonderzoek onder de loep. Zo maken we (opnieuw) kennis met de veelheid aan psychiatrische symptomen die ons rijke vak herbergt. Dat maakt het mogelijk om een psychiatrisch onderzoek uit te voeren dat leidend is in het gepersonaliseerde diagnostische proces en de behandeling te kiezen die het beste bij de patiënt past.
Op dit vijfde jaarsymposium gaan we de belangrijkste begrippen bespreken die de stoornissen in de vorm en de inhoud van ons denken beschrijven. Onder het duale voorzitterschap van dr. Désirée Oosterbaan en dr. Joeri Tijdink en met de input van em.prof.dr. Michiel W. Hengeveld, hoofdauteur van het Handboek psychiatrisch onderzoek, is deze leerzame dag samengesteld waarin diverse experts aan het woord komen over de verschillende aspecten van de stoornissen in het denken. Vragen die we gaan behandelen tijdens het symposium, zijn onder andere:
Er staan vijf experts op het programma om je mee te nemen in de wereld van de stoornissen in het denken. De voordrachten worden afgewisseld met intermezzo’s van klinische voorbeelden.
Het Handboek psychiatrisch onderzoek definieert psychiatrische symptomen, beschrijft hoe ze kunnen worden vastgesteld (observatie, exploratie, tests) en hoe ze op een gestandaardiseerde wijze kunnen worden opgeschreven in de status mentalis. Het deel over de stoornissen in het denken beschrijft zo’n 170 symptomen! Deze kunnen natuurlijk niet allemaal besproken worden. Daarom zal em.prof.dr. Michiel Hengeveld alleen enkele leuke, bijzondere, zeldzame of minder bekende symptomen de revue laten passeren. Daarbij zal hij ook enkele fenomenologische kanttekeningen maken: gaat het bij de beschrijving van de formele denkstoornissen niet eerder om stoornissen in de taalvorming en het beloop en de samenhang van de gesproken taal? En is de indeling in vorm en inhoud van het denken nog wel vol te houden? Zijn de zogenaamde inhoudelijke denkstoornissen eigenlijk stoornissen in de vorm van het denken?
Gesproken taal bevat enorm veel informatie over hoe het met iemand gaat. Taal kan dan ook beschouwd worden als een venster op de menselijke geest. Door middel van recente ontwikkelingen in kunstmatige intelligentie (AI) en NLP, waar ChatGPT een voorbeeld van is, zijn we nu in staat om gesproken taal te kwantificeren en objectiveren. In deze presentatie zal dr. Janna de Boer bespreken hoe deze technieken een waardevolle marker van psychiatrische aandoeningen kunnen bieden, en hoe ze kunnen worden toegepast in bijvoorbeeld (vroeg)diagnostiek en terugvalherkenning.
Wanen worden doorgaans beschouwd als foutieve overtuigingen over de alledaagse realiteit. Deze opvatting kent een lange geschiedenis in de psychiatrie en bepaalt ook vandaag nog hoe wanen worden benaderd in onderzoek en klinische praktijk. In deze lezing presenteert dr. Jasper Feyaerts een alternatief fenomenologisch perspectief op de aard van wanen in schizofreniespectrumstoornissen. Dit perspectief legt minder de nadruk op het foutieve of hardnekkige karakter van wanen, en eerder op hoe wanen door patiënten worden ervaren en wat voor soort realiteit eraan ten grondslag ligt. Ook bespreekt hij de implicaties van deze fenomenologische benadering voor zowel onderzoek als praktijk.
Meestal zien we bij patiënten die psychotisch zijn dat de waaninhoud niet door anderen wordt gedeeld. De omgeving heeft vaak tevergeefs veel moeite gedaan om de patiënt op andere gedachten te brengen. Er zijn echter situaties waarbij de waaninhoud wél gedeeld wordt door mensen uit de nabije omgeving, zoals bij de folie-a-deux. In dit intermezzo staan we stil bij de uitingsvormen van de gedeelde psychotische stoornis.
Een waan is een fundamentele, persisterende overtuiging die in strijd met de werkelijkheid en oncorrigeerbaar is, ondanks afdoende bewijs van het tegendeel, en niet gedeeld wordt door anderen in dezelfde (sub)cultuur. Deze definitie van een waan is in toenemende mate problematisch. We leven immers in een tijd van ‘alternatieve waarheden’, waarin er vele waarheden naast elkaar bestaan, en waarin overtuigingen onwrikbaar en met veel emoties worden vastgehouden. Denk maar aan de waarheden van antivaxers of de Trump–aanhangers. In deze lezing verkent prof.dr. Wim Veling de grenzen van de waan. De gangbare definities worden aangescherpt met overwegingen over de vorm van het denken, subjectieve ervaringen en sociale context. Ook wordt besproken hoe dergelijke herdefiniëring een verschil kan maken in de klinische praktijk.
Dit wordt een interactieve sessie over wat gezonde gedachten, en wat minder gezonde gedachten zijn. Waarom wordt iemand achterdochtig bij het zien van camera’s of bepaalde blikken, en waarom anderen niet? En hoe werkt het precies met het overtuigen van anderen met informatie? Waarom blijven Trump-aanhangers bijvoorbeeld geloven dat de vorige verkiezingen doorgestoken kaart waren terwijl er geen enkel bewijs is gevonden? Aan de hand van sprekende voorbeelden en enkele videofragmenten wordt de deelnemer zelf op de proef gesteld. Zou je zelf ook overtuigd kunnen raken van alternatieve overtuigingen? Hoe kunnen mensen beïnvloed worden? En waarom worden sommige mensen eerder overtuigd dan anderen?
Tot de introductie van de DSM-5 werden dwanggedachten enerzijds onder de angststoornissen gecategoriseerd en anderzijds mooi afgebakend van de waan. Simpel gezegd: dwanggedachten waren egodystoon en wanen egosyntoon. Dat de dwangstoornis lange tijd als angststoornis is gezien, heeft vermoedelijk haar grondslag in de cognitieve theorievorming. Binnen de cognitieve gedragstherapie gaat men ervan uit dat, omdat de dwanggedachte door de attributie als angstig wordt beleefd, de patiënt dwanghandelingen gaat uitvoeren om deze angst te bezweren, onderdrukken of te compenseren. Ook het positieve effect van serotonineheropnameremmers, die immers krachtige anxiolytica zijn, zal hebben bijgedragen aan deze visie. Mogelijk zijn bovenstaande redenen onderliggend aan het feit dat men lange tijd de ogen gesloten heeft voor de veel grotere complexiteit van de aandoening. Deze presentatie zal ingaan op de nadere diagnostiek van de dwangstoornis, de afbakening van de psychose en de afbakening van de drangstoornis. Daarbij zal er gebruik gemaakt worden van film en videomateriaal.
Als je de krantenkoppen moet geloven, is desinformatie een van de grootste bedreigingen voor mens en maatschappij: het ondermijnt vertrouwen in wetenschap en expertise, beïnvloedt verkiezingsuitslagen en voedt polarisatie. Maar achter deze zorgen zit een reeks twijfelachtige aannames, zo zal Jeroen de Ridder betogen in zijn lezing. Ten eerste dat we eenvoudig onderscheid kunnen maken tussen betrouwbare informatie en desinformatie. Ten tweede dat de hoeveelheid desinformatie de laatste jaren sterk is toegenomen. En ten derde dat mensen beïnvloedbaar zijn en gemakkelijk van mening veranderen. Voor geen van die aannames is er overtuigend bewijs.Toch betekent dit niet dat er niets aan de hand is. Rondom sommige onderwerpen raken mensen wel degelijk in de ban van desinformatie, zoals patiënten die dubieuze medische adviezen van influencers volgen of burgers die zichzelf ‘autonoom’ verklaren en zich willen onttrekken aan hun rechten en plichten. Hoe we hier als maatschappij mee omgaan is een open vraag, maar De Ridder zal enkele mogelijke oplossingen schetsen.
is een van de auteurs van het Handboek psychiatrisch onderzoek. Zij houdt zich veel bezig met de behandeling van angststoornissen en met onderwijs in de psychiatrie.
is psychiater en een van de auteurs van het Handboek psychiatrisch onderzoek. Ook heeft hij de app Het psychiatrisch onderzoek ontwikkeld. Hij is universitair docent bij het Amsterdam UMC, waar hij verschillende interdisciplinaire en (inter)nationale projecten leidt die zich richten op het stimuleren van verantwoord onderzoek en het onderzoeken van de mentale gezondheid van wetenschappers. Tevens is hij lid van De Jonge Akademie (KNAW).
is werkzaam als kinder- en jeugdpsychiater bij Karakter, academisch centrum voor kinder- en jeugdpsychiatrie te Arnhem. Ook is ze als postdoctoraal onderzoeker verbonden aan het UMC Groningen. Haar onderzoek is met name gericht op taalanalyses in de psychiatrie, maar ook op genderspecifieke zorg en onderzoek naar hallucinaties. Ze is tevens redactielid van het Tijdschrift voor Psychiatrie en van De Jonge Psychiater.
is als universitair docent verbonden aan de faculteit Klinische psychologie van de Universiteit Gent.
heeft tot zijn emeritaat altijd in de universitaire psychiatrie gewerkt en heeft nu een kleine zelfstandige praktijk. Hij is auteur, redacteur en vertaler van standaardwerken over de psychiatrie.
is psychiater/psychotherapeut en opleider Psychiatrie en Geriatrie bij GGZ Centraal. Daarnaast hij lid van de Registratiecommissie Geneeskundig Specialisten (RGS) voor de NVvP en bestuurslid van de stichting Psychiatrie en Film.
is psychiater en hoogleraar Psychiatrie bij het Universitair Centrum Psychiatrie van het UMC Groningen.
Voor dit symposium is accreditatie toegekend voor:
Mocht je vereniging hierboven niet vermeld zijn, neem dan contact met ons op.
Let op: het programma is alleen live online te volgen op de dag zelf. Achteraf terugkijken is voor online deelnemers niet mogelijk.
* Volgens de accreditatieregeling mogen artsen per herregistratieperiode maximaal 25% geaccrediteerde nascholing buiten het eigen vakgebied volgen.
De nascholing heeft als doel de deelnemers vertrouwd te maken met de laatste wetenschappelijke inzichten op het gebied van het psychiatrisch onderzoek en de vertaling hiervan naar de actuele praktijk, welke relevant is voor professionals in de ggz. Daarbij worden handvatten geboden hoe om te gaan met een scala aan thema’s relevant voor het therapeutische proces.
Na afloop van het symposium zijn de deelnemers op de hoogte van de specifieke ontwikkelingen voor patiënten/cliënten binnen het psychiatrisch onderzoek. Zij zijn zich bewust van het belang van deze kennis voor de specifieke therapeutische relatie. Zij zijn (beter) in staat één en ander mee te nemen in hun afwegingen bij hun therapeutische interventies.
Het inschrijfgeld bedraagt € 355,- voor deelname op locatie en € 315,- voor online deelnemers.
A(N)IOSsen, PIOG’s en voltijdstudenten betalen € 215,- (met een verklaring van de opleider).
Heb je geen accreditatie of certificaat nodig? Dan betaal je slechts € 249,-.
Daarnaast kun je bij je registratie het Handboek psychiatrisch onderzoek aanschaffen met 20% korting. Als je het symposium in de Jaarbeurs volgt krijg je het boek op de dag zelf overhandigd. Neem je online deel aan het symposium? Dan wordt het boek opgestuurd naar het door jou doorgegeven adres.
Wil je het symposium op locatie of online bijwonen op vrijdag 17 januari 2025, schrijf je dan hier in.
Let op: het programma is alleen live online te volgen op de dag zelf. Achteraf terugkijken is voor online deelnemers niet mogelijk.
Wij bieden iedereen die zich heeft ingeschreven de mogelijkheid zich te laten vervangen door een collega. Bij inschrijving voor een hybride evenement kun je de inschrijving tot 5 werkdagen voor het evenement om laten zetten van fysiek naar online. Kies je ervoor om je inschrijving om te zetten van fysiek naar online, dan wordt het prijsverschil niet gerestitueerd. Bekijk hier onze algemene voorwaarden.
Deze nascholing is bedoeld voor psychiaters, psychologen, psychotherapeuten, verpleegkundig specialisten en degenen die in opleiding zijn of studeren voor deze disciplines.