Handboek werkgeluk

De Ben Tiggelaar Podcast: Zo word je gelukkiger in je werk.

We willen dat werk niet alleen energie kost, maar ook geeft. Maar hoe krijg je dat voor elkaar? Welke aanpak werkt? Ben ondervraagt twee topexperts: Onno Hamburger en Ad Bergsma. Vol praktische tips!  > Luister de podcast op BNR Nieuwsradio

Coachen op levensgeluk voor betere werkprestaties: Na flow en bevlogenheid is werkgeluk het nieuwe buzz word geworden. Het wordt aan de man gebracht als een middel om meer geld te verdienen. Geluk heeft inderdaad rendement. Coaches die cliënten willen helpen beter te presteren, kunnen zich echter beter richten op levensgeluk dan op werkgeluk, schrijven Ad Bergsma en Ruut Veenhoven in het Tijdschrift voor Coaching in december 2020.

https://grootstegeluk.nl/2021/01/coachen-op-levensgeluk-voor-betere-werkprestaties/

De knecht werkt, de baas betaalt het salaris. Nog niet eens zo heel lang geleden was dat de kern van werken. Maar tegenwoordig moet werk ook gelukkig maken. Entree: de chief happiness officer en de blije coach. Geluksonderzoeker dr. Ad Bergsma werd door de jaren heen minder cynisch jegens het fenomeen en schreef het Handboek Werkgeluk. Is werkgeluk een recht?

https://www.nporadio1.nl/dr-kelder-en-co/onderwerpen/65698-2020-10-03-gelukkig-aan-het-werk

Hoe creëer je een optimaal samenwerkingsklimaat? Psycholoog Jef van den Hout laat zien hoe je de optimale werkervaring van verschillende individuen op elkaar afstemt, zodat niet alleen individuele flow maar ook teamflow ontstaat. > Lees verder op PWNet

Boekbespreking Opleiding en Ontwikkeling, tijdschrift voor Human Resource Management, september 2020 (pdf)

Het thema 'werkgeluk' heeft de afgelopen jaren een steeds serieuzere plaats ingenomen op de HR­agenda's.  De term verwijst vooral naar de voldoening en het gevoel betekenisvol te zijn in het werk. En dat is niet alleen  plezierig  voor  de medewerker zelf, maar  brengt de organisatie ook veel voordelen, zoals een hogere productiviteit, meer creativiteit, meer bereidheid om te blijven leren en ontwikkelen, minder verzuim, betere samenwerking met anderen, zo blijkt uit onderzoek.

Het loont dus om werk te maken van werkgeluk. Maar hoe doe je dat? Wat kunnen medewerkers  daartoe zelf doen en wat kunnen  leiding­ gevenden, HR­professionals en coaches daaraan bijdragen? Daarover gaat dit boek.  Het is geschreven door 26 auteurs die expert zijn op het gebied van dit thema, vanuit de wetenschap en/of de praktijk.

Het hoofdstuk van Ad Bergsma en Ruut Veenhoven  is de moeite waard, omdat zij op basis van veel wetenschappelijke literatuur zicht proberen te geven op wat we nu eigenlijk onder werkgeluk verstaan. Ze concluderen dat 'veel discussies over geluk spaak lopen, omdat de sprekers hetzelfde woord gebruiken voor zeer verschillende dingen'. Dat  maakt het er volgens  hen  niet eenvoudiger op om  zicht te krijgen op het rendement van geluk. Nadat ze het begrip 'geluk' op verschillende manieren uitpluizen, komen ze tot de constatering dat levens­  en werkgeluk de voldoening met het leven of het werk als geheel betreft (wat volgens hen niet hetzelfde is als een moment van euforie door een specifieke gebeurtenis); het is een oordeel van de betrokkene zelf dat vooral aan de hand van een gevoelstoestand ­ en veel minder door verstandelijke analyse ­ tot stand komt.

Progressiegericht werken en leidinggeven kan volgens auteur Coert Visser duidelijk bijdragen aan werkgeluk van medewerkers. Het is een manier van werken waarop je gewenste én bereikte progressie zichtbaar maakt en ideeën aan de hand doet voor verdere progressie. Dat kan de medewerker zelf doen, maar de leidinggevende kan hier ook een duidelijke rol in spelen. Zoals Coert het verwoordt: 'Welzijn draait niet louter om het voortdurend ervaren van positieve gevoe­ lens,  genot en gelukzaligheid,  maar  om  het waarmaken van  de potentie die je in je hebt om vol te functioneren.' Hij sluit het hoofdstuk af met praktische aanwijzingen en een checklist, waarmee leidinggevenden handvatten aangereikt krijgen om progressiegericht leiding te geven.

Aansprekend in het hoofdstuk van Jessica van Wingerden is  de oproep die ze doet om als leidinggevende  regelmatig de dialoog aan te gaan met individuele medewerkers over betekenis van hun werk. Want zo'n gesprek gaat vooral over de vraag wat het werk betekenis­ vol maakt voor  de medewerker,  waar  hij/zij waarde  wil en  kan toevoegen  ('het verschil kan maken')  en welke talenten de mede­ werker daarbij aan kan boren in zichzelf. Dit ziet Jessica als een belangrijke basis voor werkgeluk. Nu erkent ze dat het voeren van dit soort gesprekken nog verre van vanzelf­ sprekend is in  organisaties en  dat het initiatief daartoe  zelden vanuit de medewerker zelf komt.  Maar ze verwacht dat als leiding­ gevenden hun medewerkers hiertoe blijven uitnodigen, het in de loop van de tijd zal resulteren in meer van dit soort gesprekken, ook op initiatief van medewerkers zelf.

Waar de hiervoor genoemde  auteurs zich hoofdzakelijk richten tot leidinggevenden, focust Christel van de Ven zich meer op de mede­ werker zelf: welke doelen  en gewoonten helpen  om je eigen werk­ geluk te vergroten?

Ze beschrijft een viertal herkenbare denkfouten, die uiteindelijk juist niet leiden  tot meer  werkgeluk. Bijvoorbeeld: door onszelf te ver­ gelijken met anderen,  zitten we ons eigen geluksgevoel vaak in de weg (Tk krijg wel loonsverhoging, maar mijn collega krijgt meer, dus ik ben er niet echt blij mee'). Op basis van de denkfouten reikt ze praktische strategieën aan om meerwerkgeluk te ervaren. Bijvoor­ beeld: een manier om te beseffen hoe goed je het nu hebt, is door je te verbeelden hoe het zou voelen als het omgekeerde het geval is; bedenk  e