Alles wat je moet weten over het PI-dictee
In dit artikel gaan we dieper in op het PI-dictee: hoe de toets wordt gebruikt, welke voordelen de toets biedt, waar je op moet letten en waarom je de oude versie van het PI dictee niet meer kunt gebruiken.
Verhalen versus losse woorden schrijven
Gebeurt het in jouw klas ook weleens dat leerlingen een woord bij het dictee goed spellen en vervolgens bij een schrijfopdracht hetzelfde woord ineens toch weer verkeerd schrijven? Hoe kan dat? Volgens Madelon van den Boer en Sebastián Aravena, auteurs van Effectief lees- en spellingonderwijs, komt dit omdat leerlingen bij het maken van een dictee uitsluitend gefocust zijn op het juist spellen van de genoemde woorden, maar bij het schrijven van een tekst komen heel andere vaardigheden kijken.
“Een verhaal schrijven is een complexe vaardigheid. Je moet een goede verhaallijn bedenken, deze vasthouden in je geheugen en stap voor stap je ideeën op papier zetten. De aandacht gaat uit naar de inhoud van het verhaal en dit leidt af van de spelling.”
Een belangrijk doel van het spellingonderwijs is dan ook om leerlingen zulke goede spellers te laten worden dat ze maar zelden bewust met spelling bezig zijn tijdens het schrijven van teksten. Mede daarom is het belangrijk zicht te krijgen en te houden op de vaardigheid in het spellen en de voortgang ervan.
Meet nauwkeurig het spellingniveau van een leerling
Het PI-dictee is een spellingtoets waarmee de vaardigheid in het correct schrijven van losse woorden aan de hand van klassieke dictees kan worden onderzocht. De woorden zijn gegroepeerd in 9 blokken van elk 15 woorden. De blokken zijn oplopend genummerd, waarbij de nummers van de blokken (5, 10, 15 enzovoorts) corresponderen met de didactische leeftijd waarop verwacht wordt dat de betreffende woorden en de daarin voorkomende spellingcategorieën door de gemiddelde leerling beheerst worden.
Het totale dictee van 9 blokken bevat 135 woorden. In deze woorden zijn vrijwel alle belangrijke spellingcategorieën verwerkt die op de basisschool worden geleerd, waaronder de open klankgroep (bijvoorbeeld boten) of woorden met toonloze /e/ (zoals behang). Maar ook niet-klankzuivere categorieën zoals woorden met -aai, -ooi, -oei (kraai) en woorden met -sch (zoals schepen).
Het PI-dictee sluit zo goed als volledig aan bij het fundamentele niveau 1F en grotendeels bij het streefniveau 2F. Met het PI-dictee kun je dan ook heel nauwkeurig aangeven welk spellingniveau de leerling beheerst. Maar let op, het PI-dictee meet enkel spelling van woorden, en dus niet werkwoorden en interpunctie. Wil je ook werkwoordspelling toetsen? Zet dan bijvoorbeeld de Boom LVS-toets Spelling Woorden en Werkwoorden in.
Het PI-dictee door de jaren heen
Sinds Chris Struiksma in 1979 de opzet van het PI-dictee bedacht en een eerste versie ontwikkelde en Jan Geelhoed en Pieter Reitsma het dictee in 1999 verder ontwikkelden wordt het dictee door veel scholen, instellingen en praktijken gebruikt.
Maar in al die jaren is er op het gebied van het spellingonderwijs natuurlijk het nodige veranderd; spellingmethodes zijn veranderd en de Wet referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen zijn in 2010 ingevoerd. Daarnaast komen leerlingen met andere woorden in aanraking dan in 1999. Er zijn woorden verdwenen en leerlingen lezen steeds minder en op andere manieren.
Verbeteringen in het PI-dictee
Je kunt voorstellen dat een toets dus met enige regelmaat aangepast en vernieuwd moet worden. Zowel qua inhoud als qua normering. De meest recente versie van het PI-dictee is bij Boom verschenen in 2019. De toets is toen op een aantal vlakken aangepast:
- De toets is inhoudelijk waar nodig gemoderniseerd. Doelwoorden, zoals dubbeltje en radio’s zijn verwijderd en ouderwets geformuleerde zinnen zoals dat is een heel braaf jongetje zijn aangepast.
- De toets is opnieuw genormeerd: er is uitgebreid onderzoek gedaan naar de betrouwbaarheid en validiteit én er zijn nieuwe normgegevens verzameld voor een nieuwe up-to-date normering.
- Waar je voorheen na afname de dictees handmatig moest scoren, omzetten in normscores en vervolgens handmatig de foutenanalyse moest uitwerken, is dat nu verleden tijd. Het PI-dictee is opgenomen in het Boom testcentrum. Hier voer je de ruwe scores (aantal goed gespelde woorden) in en het Boom testcentrum berekent automatisch de normscores. Je kunt daar ook de verdiepende foutenanalyse maken. De scoren van verschillende afnames kunnen met elkaar en met de groepsscores vergeleken worden.
- Het PI-dictee biedt naast percentielscore, DLE en niveaus A-E nu ook een niveau I-V, vaardigheidsscore, T-score én (vanaf groep 6) het behaalde referentieniveau.
Vanaf schooljaar 2024- 2025 is het niet meer mogelijk om het oude PI- dictee in Parnassys in de voeren.
Normscores en de verdiepende foutenanalyse
Een toets afnemen is één, maar uiteindelijk gaat het er natuurlijk om wat je met het resultaat kunt en doet: de rapportage en de analyse. Deze geven je de handvatten die je nodig hebt om je spellingonderwijs verder aan te scherpen. Om zicht te krijgen op het resultaat moet de ruwe score (het aantal goed gespelde woorden) eerst worden omgezet in een normscore.
Dit doe je in de online scorings- normerings-, rapportage- en analyse-applicatie: het Boom testcentrum. Afhankelijk van het afnamedoel (signalerend in het kader van het leerlingvolgsysteem of diagnostisch) worden op het rapport de volgende scores vermeld:
Signalerend | Diagnostisch | |
Percentielscore | V | X |
Percentielniveau | X | V |
Niveau I-V | V | X |
Niveau A-E | V | X |
E-niveau of > E-niveau | X | V |
DLE | V | V |
Vaardigheidsscore (incl. 90% betrouwbaarheidsinterval | V | V |
T-score diagnostisch (&80% betrouwbaarheidsinterval) | X | V |
T-score signalerend | V | X |
Behaald referentieniveau (vanaf groep 6) | V | V |
3 typen rapporten
Je kunt drie typen rapporten opvragen:
- Individueel rapport (van één afzonderlijke afname van een leerling),
- Individueel overzicht (van meerdere afnames van een leerling over een bepaalde periode)
- Groepsrapport.
Voor de kwalitatieve analyse van de spellingvaardigheid voer je na het normeren ook in welke fouten de leerlingen gemaakt heeft. Dat klinkt misschien als een hele klus, maar dat valt mee. De meest gemaakte varianten staan namelijk standaard als keuzeoptie in beeld, gesorteerd op de frequentie waarin ze in de praktijk voorkomen. Deze hoef je dan alleen maar aan te klikken. Maakt de leerling een andere, niet voorgeprogrammeerde fout, dan kun je dit ook aangeven.
Analyse PI-dictee
De analyse die er vervolgens automatisch uitrolt, bevat een analyse van het type spelfouten dat de leerling gemaakt en presenteert overzichtelijk het aantal fouten per fouten- en per spellingcategorie. Deze verdiepende analyse kun je zowel op individueel als op groepsniveau maken. Met de analyse in de hand kun je je spellingonderwijs nog beter op de individuele leerling of op de groep aanpassen.
Controledictees
Wil je nog verder inzoomen, dan kun je een van de bekende controledictees van het PI-dictee inzetten. Hiermee kun je onderzoeken hoe woordspecifiek de fouten zijn, of de leerling weet wanneer de categorie wel of niet aan de orde is en hoe wendbaar de spellingvaardigheid van de leerling is. Zo geeft het PI-dictee je alle handvatten die je nodig hebt om leerlingen te volgen, je spellingonderwijs waar nodig aan te passen óf een leerling door te verwijzen voor verder onderzoek, want ook daarvoor is het PI-dictee goedgekeurd.