Wat een goede tekst!: een impuls voor schrijfonderwijs
‘Het boek is vooral bedoeld om leerkrachten meer kennis over teksten aan te reiken,’ zegt Suzanne, ‘Onze ervaring is dat veel leerkrachten wel ongeveer, maar niet precies weten wat een goede tekst is. Als ze zelf schrijfopdrachten gaan ontwerpen, zitten ze vaak met de handen in het haar: wat zullen we nu weer eens gaan doen? Het pijnpunt is dat we zien dat veel leerkrachten onzeker zijn bij het ontwikkelen van schrijfopdrachten en waar ze dan op moeten of zouden kunnen letten. Die onzekerheid hopen we met dit boek weg te nemen.’
10 schrijfgenres
Wat een goede tekst! bevat naast beknopte didactische informatie, uitgebreide informatie over tien genres die gangbaar zijn in het basisonderwijs. De genres zijn onderverdeeld in drie hoofdgenres: verhalend, feitelijk en waarderend.
In ieder genrehoofdstuk vind je een omschrijving van het genre, voorbeelden ervan, een beschrijving van de ontwikkeling die kinderen erin kunnen doormaken, belangrijke criteria waar je in je instructie en opdrachten op kunt focussen, voorbeelden hoe dat in kinderteksten tot uiting kan komen, didactische tips, voorbeelden van schrijfopdrachten en links naar voorbeeldteksten. Meer uitgebreide informatie over didactiek is te vinden in Iedereen kan leren schrijven, een eerder verschenen boek van Suzanne van Norden.
Duidelijke tekstcriteria
Petra: ‘We hebben Wat een goede tekst! geschreven met het idee dat je deze gids erbij pakt als je een schrijfopdracht wil gaan bedenken bij een thema of met een bepaald onderwerp, en je zit met de vraag: waar gaan we ons op richten?
Een voorbeeld van een criterium dat in ieder genre aan bod komt, is tekststructuur. In veel taalmethodes staat dat de structuur inleiding-kern-slot moet zijn, maar tekststructuur verschilt per genre. Een inleiding van een verhaal is bijvoorbeeld heel anders dan de inleiding van een betoog. En zelfs binnen een genre zijn er verschillende mogelijkheden. De standaard driedeling maakt niet duidelijk wat voor soort informatie er dan in een inleiding of kern zou moeten staan. Hoe moet je als kind dan weten wat er van je wordt verwacht?
Niet alleen de structuur, maar ook andere criteria in schrijfopdrachten zijn volgens Petra en Suzanne soms te vaag. Suzanne: ‘Kinderen krijgen bijvoorbeeld een opdracht als ‘maak het spannend’ of ‘schrijf een overzichtelijke tekst.’ Als je geen voorbeelden hebt gezien en niet weet hoe je een tekst spannend of overzichtelijk maakt, dan doe je maar wat. Het zijn dan alleen de belezen kinderen die dat zelf kunnen bedenken.’ Deze soorten criteria worden helder uiteengezet in
Wat een goede tekst!.
Kinderen krijgen bijvoorbeeld een opdracht als ‘maak het spannend’ of ‘schrijf een overzichtelijke tekst.’ Als je geen voorbeelden hebt gezien en niet weet hoe je een tekst spannend of overzichtelijk maakt, dan doe je maar wat.
Doelgericht met teksten bezig zijn
Suzanne en Petra benadrukken dat duidelijke criteria het schrijven voor kinderen ook leuker kan maken. ‘Het gaat erom dat je je idee op een begrijpelijke en doelgerichte manier leert opschrijven voor een lezer,’ zegt Petra.
‘Het is leuk en leerzaam voor kinderen om te kijken naar voorbeeldteksten om ook te leren van andere schrijvers, daar samen over te praten, samen te schrijven en eigen eerste versies van teksten te bespreken. De criteria die we in dit boek geven, kunnen helpen om met die bril inhoudelijk over teksten te praten, zodat opmerkingen over teksten niet blijven hangen in algemeenheden zoals dat een tekst ‘leuk’ of ‘duidelijk’ is.’
Suzanne voegt daaraan toe: ‘Kinderen die veel lezen en taalvaardig zijn, komen vaak vanzelf wel verder, die gaan in de loop der tijd beter schrijven. Maar kinderen die niet veel lezen, blijven met schrijven eigenlijk hangen op hetzelfde niveau. En ze krijgen er vaak een aversie tegen, want ze kunnen het niet goed en ze leren niks bij maar ze moeten het wel doen. Met de tekstcriteria en de didactiek die wij voorstaan, kun je die kinderen verder helpen.’
Ontwikkeling met voorbeeldteksten
Deze manier van schrijfonderwijs heeft volgens de auteurs niet alleen effect op schrijfvaardigheid, maar ook op de ontwikkeling van taalvaardigheid. ‘De kloof tussen kinderen met een geletterde achtergrond en kinderen met een niet zo geletterde achtergrond kan kleiner worden,’ zegt Suzanne. Daarom geven we voorbeeldteksten en praten we daarover.
Sommige leerkrachten zijn terughoudend om voorbeelden te geven, omdat ze denken dat kinderen dat dan gaan kopiëren. Wij hebben het idee dat dat imiteren juist een belangrijke eerste stap is in het leren schrijven. Imiteren is bij ieder leerproces het startpunt. Dus waarom niet bij schrijven?’
Geen perfecte tekst
Wat een goede tekst! staat vol met citaten uit kinderteksten. ‘Het was veel werk om die allemaal uit te zoeken,’ zegt Petra, ‘maar we hebben daar wel heel veel plezier in gehad. Die teksten zijn vaak zo leuk, vindingrijk en verrassend.’ Die positieve insteek benadrukt Suzanne ook graag. ‘Het leren kijken met een positieve blik naar wat kinderen schrijven, is een heel belangrijke leerkrachtvaardigheid. Ga niet alleen maar met je rode pen aanstrepen wat er niet goed is. Een kind gaat geen perfecte tekst volgens volwassen normen schrijven. Kijk vooral naar wat een kind heeft geprobeerd om over te brengen en wat daar goed aan is.’ ‘Vandaar ook de titel van ons boek,’ zegt Petra.
Imiteren is bij ieder leerproces het startpunt. Dus waarom niet bij schrijven?
Tijd voor schrijven
Schrijven is vaak nog een ondergeschoven kindje van het Nederlandse taalonderwijs. In tegenstelling tot spelling en lezen wordt het niet meegenomen in landelijke toetsen. De afgelopen decennia is de kwaliteit van het schrijfonderwijs niet of nauwelijks verbeterd. Toch zijn Suzanne en Petra hoopvol voor de toekomst van het schrijfonderwijs.
Suzanne: ‘Het begint gelukkig een beetje te veranderen, want mensen hebben steeds meer door dat lezen en schrijven heel veel met elkaar te maken hebben, en dat het eigenlijk heel stom is om schrijven te laten afvallen.’
Dat schrijven minder tijd en aandacht krijgt, heeft volgens de auteurs ook te maken met de geringe bekendheid met de didactiek van schrijfonderwijs en het feit dat schrijven als een aparte les wordt gezien, waar niet altijd genoeg tijd voor is.
‘Vaak worden er losse schrijfopdrachten gegeven zoals maak een werkstuk of een presentatie, zonder dat er echt les wordt gegeven in hoe je dat doet,’ aldus Suzanne. Petra: ‘Je kunt schrijven heel goed combineren met zaakvakonderwijs. Schrijven kan dan een manier van verwerking en verdieping zijn.’
‘Het gekke is dat er heel veel wordt geschreven, zonder dat het wordt gezien als schrijfonderwijs,’ zegt Suzanne. ‘Als je die schrijfmomenten gaat zien en benutten als schrijfonderwijs, dan wordt je onderwijs veel effectiever.’ Een schrijfopdracht zit niet altijd in een zaakvakmethode, maar die kun je met Wat een goede tekst! wel zelf maken. Dat raakt ook aan de tips die de auteurs aan leerkrachten willen meegeven.
Tips
Suzanne: ‘Mijn tip is: begin klein. Begin bij een onderwerp waar je al mee bezig bent. Laatst was ik in een groep 4 waar het over de wolf ging. De kinderen wisten er nog niks van. Ze gingen eerst veel lezen en filmpjes kijken. Ze praatten erover en toen hebben ze er ook een tekst over geschreven. Dat heeft alles bij elkaar misschien drie lessen in beslag genomen. De kinderen waren enorm gemotiveerd.’
Petra: ‘Mijn tip sluit daarbij aan: ga uit van onderwerpen waar je sowieso al aandacht aan besteedt in de klas, bijvoorbeeld in zaakvakken of de actualiteit of andere dingen die spelen op school, zoals pesten of respect hebben. Bij al die onderwerpen kun je kinderen laten schrijven.’
Over de auteurs
Suzanne van Norden is pabo docent geweest aan de Marnix Academie, begeleidt al jaren teams van leerkrachten bij de verbetering van schrijfonderwijs en heeft daar ook een aantal boeken over geschreven. Suzannes blog is te vinden op: www.iedereenkanlerenschrijven.nl. Petra de Lint is leerkracht en studeerde communicatiewetenschappen en journalistiek. In het schrijfonderwijs komen die kennis en ervaring samen. Petra’s blog staat op: www.schrijflesidee.nl. Naast een gezamenlijk boek, geven Suzanne en Petra ook workshops en trainingen aan leerkrachten.