Vijf manieren om beter les te geven aan perfectionistische leerlingen
Wat is perfectionisme?
Perfectionisme is geen vakterm. Volgens psycholoog Ulrike Zöllner komt de benaming uit het populaire psychologische taalgebruik. Zij benadrukt dat mensen met perfectionistische karaktertrekken persoonlijkheden zijn met individueel en sociaal waardevolle eigenschappen. Vanwege hun betrouwbaarheid en hun inzet krijgen zij van hun omgeving meestal veel waardering. Het woord ‘perfectionisme’ kan een heel positief gevoel oproepen: perfect presteren is toch mooi? Scholen beschouwen perfectionisme om die reden vaak niet als een probleem, en stimuleren het zelfs.
Wanneer perfectionisme niet op tijd wordt aangepakt, kan het voor grote problemen zorgen in de volwassenheid. Mensen lopen vast in hun opleiding, werk en relaties omdat ze zichzelf onrealistische eisen opleggen. Daarom is het zo belangrijk om in het basis- en voortgezet onderwijs oog te hebben voor leerlingen die een aanleg tot perfectionisme hebben, en ze te leren omgaan met hun onzekerheid en angst om te falen.
Hoe kun je in de klas omgaan met perfectionistische leerlingen?
Perfectionisme voorkomen is lastig, mede omdat de aanleg tot perfectionisme een genetische factor is, en vaak wordt versterkt door ouders en school. Maar ouders en leerkrachten kunnen wel degelijk iets doen om te voorkomen dat die aanleg wordt gevoed. Hoe eerder je dat doet, hoe beter: voor volwassenen is het een stuk moeilijker om te leren omgaan met hun perfectionistische neigingen dan voor jonge kinderen. Dus hoe kun je in jouw klas het beste omgaan met perfectionistische leerlingen?
1. Communiceer eenduidig
Fouten maken is menselijk, en ook leerkrachten zijn gewoon mensen. Probeer je wel eens je gezicht te redden nadat je een spelfout hebt gemaakt door te doen alsof je de klas alleen even wilde testen? Kinderen hebben dit vaak feilloos in de gaten. Als je gedrag niet strookt met wat je zegt, ontstaat er verwarring. Door dit soort ‘paradoxale communicatie’ weten perfectionistische leerlingen niet waar ze aan toe zijn. Moeten ze je woorden serieus nemen of je gedrag? Zorg ervoor dat je non-verbale en je verbale communicatie dezelfde boodschap overbrengen.
2. Wees je bewust van je eigen perfectionisme
Wanneer je les geeft, heb je vaak precies voor ogen hoe je wil dat de les verloopt. Alle lesstof moet aan bod komen, de sfeer moet goed zijn en je wil graag dat je leerlingen de stof oppikken. Deze behoefte kan ertoe leiden dat je vooral de ‘sterke’ leerlingen aandacht geeft en de leerlingen die de stof niet begrijpen gemakkelijk overslaat. Jouw eigen perfectionistische neigingen zorgen er op deze manier voor dat de perfectionistische leerlingen in de klas bevestigd worden in hun drang naar perfectionisme, terwijl de worstelende leerlingen zich niet gezien voelen.
3. Versterk de groeimindset
Leerlingen met een vaste mindset zijn ervan overtuigd dat goede (of slechte) prestaties afhangen van hun aanleg. Ze zijn nu eenmaal goed in talen of in bètavakken, of juist niet. Leerlingen met een vaste mindset willen wel laten zien wat ze kunnen, maar beslist geen risico’s nemen, omdat ze bang zijn om dom of ongeschikt te lijken. Bij leerlingen met een groeimindset werkt het anders. Zij gaan ervan uit dat vaardigheden en intelligentie veranderbaar zijn. Ze zijn ervan overtuigd dat ze hun basiskwaliteiten en vermogens kunnen ontwikkelen als ze er moeite voor doen. Als leerkracht kun je een groeimindset bij leerlingen versterken door taakgerichte feedback te geven.
4. Geef taakgerichte feedback
Bij ‘persoonsgerichte’ feedback prijzen we de intelligentie of het talent van het kind; bij ‘taakgerichte’ feedback gaat het om waardering voor de inzet, de aanpak, het doorzettingsvermogen en de concentratie die leerlingen hebben opgebracht. Persoonsgerichte feedback voedt perfectionisme, terwijl taakgerichte reacties en adviezen juist ontwikkeling stimuleren. De opmerking ‘Goed gedaan, hoor! Dat is heel slim van je!’ is een voorbeeld van persoonsgerichte feedback. Je kunt dit vervangen door het taakgerichte ‘Goed gedaan! Ik zie dat je er heel hard aan hebt gewerkt!’. De eerste zin versterkt het denken vanuit een vaste mindset terwijl de tweede voortkomt uit een groeimindset en het denken in die richting kan bevorderen.
5. Pas je taalgebruik aan
Zoals ook uit het voorbeeld hierboven blijkt, worden kinderen op subtiele manieren beïnvloed door het taalgebruik van hun omgeving. Taalgebruik dat op het eerste gezicht heel gewoon lijkt, speelt bij feedback een grote rol. Denk bijvoorbeeld aan het woord ‘gezakt’. Hoogleraar psychologie Carol Dweck stelt ‘nog niet’ als alternatief voor als beoordeling voor leerlingen die niet aan alle eisen hebben voldaan. Met ‘nog niet’ maak je aan de leerling duidelijk dat je gelooft dat hij of zij zal groeien. Sta eens stil bij de woorden die je gebruikt, en bedenk hoe je je taalgebruik zo kunt aanpassen dat je leerlingen zich aangemoedigd voelen.
Perfectionisme als kracht
Jouw houding, gedrag en manier van communiceren kunnen de aanleg tot perfectionisme bij leerlingen versterken of juist verminderen. Hoe eerder perfectionistische neigingen in de kiem worden gesmoord, hoe kleiner de kans dat het leerlingen tot in hun volwassen leven zal achtervolgen. Hoewel perfectionisme ook waardevolle kanten heeft, kan het doorslaan in neurotisch gedrag dat iemand flink kan beperken. Gelukkig kun je als leerkracht en als school veel doen om leerlingen te helpen van hun perfectionisme een kracht te maken.
Meer lezen over omgaan met perfectionisme, bij jezelf en bij je leerlingen? In het boek Perfectionistische leerlingen geeft Ard Nieuwenbroek verschillende handvatten om hiermee aan de slag te gaan.